Vandaag reizen we volgens een zeer strak schema van Tokio naar Osaka. De planning is zo strak dat er niets fout mag gaan. Mooi om te zien dat we als groep na 4 dagen bij elkaar als een geoliede machine functioneren! Alles gaat razendsnel en vlekkeloos. In Osaka aangekomen pakken we de shuttlebus naar het hotel, droppen we de bagage en gaan direct weer terug naar het station Shin Osaka. Daar splitsen we ons op in 3 groepen. Groep 1 gaat naar een basisschool, in een buitenwijk van Osaka. Groep 2 en 3 gaan naar twee verschillende high schools, die zich bevinden in de prefectuur Hyogo (naast de prefectuur Osaka).

Honden Elementary School
Na een treinreis van pak hem weg een half uur en een korte wandeling komen we aan bij de Honden Elementary School (basisschool) in Osaka. Op deze school zijn er 645 leerlingen, met een gemiddelde klasgrootte van 36 leerlingen. Manita vraagt zich af of ze weten wat honden betekent in het Nederlands. We worden ontvangen door de principal en de vice-principal van de school. Wij gaan naar een ruimte en bespreken het programma van de dag. We starten met het meemaken van de schoollunch; we gaan in groepjes van 3 uit elkaar en lunchen samen met de leerlingen in de klas. De leerlingen verwelkomen ons en zijn heel blij met ons bezoek. De leerlingen hebben zich goed voorbereid en stellen zich in het Engels aan ons voor. Ze hebben zelfs een aantal woorden Nederlands geleerd! De kinderen hebben de tafels mooi gedekt en versierd met allerlei tekeningen en teksten als: ‘Welkom in Japan’. De warme lunch kost 200 Yen (1,60 euro) per dag en wordt betaald door de ouders. De overheid kan de ouders financieel helpen mocht het nodig zijn. De kinderen mogen meedenken over de menu’s en krijgen les over voeding. Ze eten in een lunch-uniform; een wit schort en een petje. Tijdens het eten horen we een hoop mededelingen via de intercom (later horen we dat dit het menu van de dag is en info over de herkomst van het eten), afgewisseld met klassieke muziek (für Elise). De docent eet zelf ook mee. Zij vraagt de kinderen een paar keer wie er nog een portie wil?! Dat zijn teveel kinderen en dat wordt opgelost met het spelletje ‘steen papier schaar’. Het valt ons op dat de kinderen mogen zijn wie ze zijn en niet de hele tijd rustig hoeven te zitten (ons vooroordeel). De kinderen zijn vrolijk, de docent relaxed. Na het eten ruimen wij samen met de kinderen af; de kinderen maken ons wegwijs zonder woorden te gebruiken. Van jongs af aan leren kinderen bewust om te gaan met afval. Al het afval wordt gescheiden; in alle scholen, algemene plekken, stations, winkelcentra is duidelijk te zien dat er bewust met afval wordt omgegaan. Er ligt geen afval op straat en het is ook niet de gewoonte om lopend op straat te eten! Op sommige plekken zie je verbodsbordjes ‘niet lopend eten’. Na het opruimen brengen kinderen zelf de afwas en het afval naar de afwasplek en is het tijd om schoon te maken. Sommige leerlingen dweilen de gang, anderen stofzuigen, weer anderen wassen af. Op de achtergrond een vrolijk muziekje. Er heerst een duidelijke cultuur van samenhorigheid; met elkaar zorgen wij voor de school en houden wij het gebouw samen schoon. Na de lunch verlaten wij de klas en wonen we een sportles bij. Hier zien we dat de leerlingen in groepjes van vier druk bezig zijn met het oefenen van de vaardigheden/technieken van een koprol op matten of een gymkast. Hierbij maken zij gebruik van een iPad, die gemonteerd is op een stoel. De iPad neemt de koprol op en speelt vertraagd af, zodat ze na de koprol kunnen zien hoe de koprol gedaan werd. Elke leerling heeft een belangrijke rol binnen de groep. Eén leerling bekijkt de technieken van de koprol op de iPad, twee leerlingen staan naast de leerling die de koprol maakt voor de veiligheid; mocht de leerling vallen dan kunnen zij hem/haar opvangen. Samenwerken, feedback op het leren en ICT spelen hier een belangrijke rol. De docent roept de leerlingen soms bij zich, geeft instructie en tips. Hij moedigt de leerlingen aan en geeft positieve feedback. De leerlingen dragen hetzelfde sportuniform en een petje, dat twee kleuren heeft: aan de ene kant wit en aan de andere kant rood. Draag je de kleur rood dan voel je je zeker over het onderdeel; je hebt je leerdoel behaalt en je hebt geen assistentie meer nodig. Draag je wit dan moet je er nog in groeien. De kinderen hebben hun eigen leerdoelen bij gym. Het valt ons op dat er veel jonge docenten zijn, opvallend ook dat er veel mannen lesgeven op deze school. De directeur geeft aan dat hij graag met jonge docenten die vers van de universiteit komen werkt en daarin veel tijd investeert. Hij legt uit dat de verhouding tussen mannen en vrouwen ongeveer 50-50 is. We brengen een bezoek aan de wiskundeles. De docent wiskunde legt op 3 verschillende manieren uit hoe de leerlingen iets kunnen berekenen (verhoudingstabel) en controleren of hun antwoord goed is. Hierbij maakt zij gebruik van de ‘denken delen uitwisselen’ techniek. Wat hier opvalt is dat leerlingen gestimuleerd worden om vragen te stellen en individueel te spreken voor de klas. Dit hebben we nog niet eerder gezien in Japan. Na de wiskundeles bezoeken wij een muziekles. Hier horen wij dat de leerlingen heel goed kunnen zingen. De docent oefent na de instructie met elke leerling bepaalde tonen. Leerlingen krijgen complimenten en tips. Ook op deze school hebben zij veel muziekinstrumenten. De leerlingen zingen speciaal voor ons een liedje. De docent speelt piano (alle docenten in het basisonderwijs moeten piano kunnen spelen!) en de leerlingen geven een prachtige voorstelling. Er is veel aandacht voor sport (3 x per week) en muziek (2x per week). Aan het einde van de dag, gaan we terug naar de gymzaal, daar worden we uitgenodigd om met de kinderen van de groepen waarmee we ook gegeten hebben traditionele Japanse spelletjes te spelen. Er worden 8 groepjes gemaakt met elk 5-6 leerlingen. Wij moeten ons over de groepjes verdelen, de leerlingen hebben de opdracht gekregen om ons uit te leggen hoe het spel werkt en ons mee te laten doen. We wisselen 3x van spel. Een aantal spelletjes hiervan kennen wij ook in Nederlands, zoals een Japanse versie van Annemaria koekoek; jongleren; met een touwtje en je handen kop-en-schotel en een parachute maken; met een soort hamer en een balletje een touwtje die je op de hamer met gooien; tollen etc, maar enkele spellen kennen we ook niet.
Daarna gaan wij naar de vergaderruimte om verder in gesprek te gaan met de principal over het onderwijssysteem in Japan en over de school zelf zodat wij onze kennis kunnen verrijken. De principal vertelt dat het doel is iedere leerling de leerdoelen uit het nationale curriculum te laten behalen. Als een leerling iets niet begrijpt wordt er een extra les gegeven (om 8:00 uur, 30 min voor de les, of na schooltijd). Toch is de school niet alleen gericht op cijfers. De belangrijkste pijlers van de school zijn: energie, vriendschap, sociale vaardigheden en emotioneel groeien. Kinderen met een speciale behoefte krijgen een assistent (die heeft meestal 2 tot 3 kinderen te verzorgen). De ouders moeten dit zelf aanvragen bij de overheid.

We stellen veel vragen en praten nog een hele tijd, ook over het onderwijs in Nederland. We hebben het ook over Lesson Study. De principal vertelt dat het heel normaal is op zijn school. Er zijn Lesson Study conferenties, waarbij mensen uit heel Japan elkaars scholen bezoeken (soms 80-300). De volgende dag hebben ze dan ook zo’n bezoek gepland staan. Er zijn ook scholencompetities waarmee veel geld (€21.000) te verdienen valt. De docenten van Honden willen graag winnen, zijn zelf enorm gemotiveerd. De school heeft al meerdere prijzen gewonnen en dat vinden we meer dan terecht: dit is gewoon een kei-goede school!

Ashiya junior high school
We komen aan op een vrije kleurloze school in een rustige wijk. Bij aankomst worden we vriendelijk ontvangen door twee rectoren in een kamer die vol staat met vlaggen. Onder het genot van een Japans kopje thee krijgen we een presentatie met algemene informatie over de school. Wat opvalt is dat er twee scholen in dit gebouw zitten: een junior high school, waar leerlingen de eerste drie jaar naartoe gaan en een senior high school, waar zij de volgende drie jaar naartoe gaan. Het verschil daartussen is dat het vakkenpakket op de junior high school vaststaat. Op de senior high school zijn ook keuzevakken. Een bijzonder vak is Ashya international time, hier leren de leerlingen ieder jaar over de cultuur van een aantal landen. Zo is er bijvoorbeeld Koreaanse les. Omdat in Japan geen onderscheid wordt gemaakt tussen niveaus zijn wij in het bijzonder geïnteresseerd hoe zij differentiëren. We krijgen het antwoord dat internationale leerlingen die de taal nog onvoldoende beheersen in kleinere groepen geplaatst worden waar zij meer aandacht krijgen van hun docent en in sommige klassen is een tolk aanwezig. Net als bij de andere scholen die we bezocht hebben wordt nascholing en summer school aangeboden aan leerlingen die dat nodig hebben. Van differentiatie in de klas is hier weinig sprake.

Het voordeel van een internationale school is dat er leerlingen zijn die Engels spreken en we eindelijk de kans hebben om rechtstreeks met hen te praten. Natuurlijk vragen we de leerlingen hoe ze het op school vinden en ze zijn allemaal zeer positief. Dit verbaast ons niet gezien de fijne sfeer die we proeven. Ik merk dat we allemaal vrolijk worden van de blije leerlingen en docenten. Er is veel interactie en humor in de lessen ondanks de schoolse opstelling.

Nu de tour ten einde is gekomen grijpen we de gelegenheid aan om ons beeld bij te stellen dat scholen zich weinig van elkaar onderscheiden. We vragen de rectoren wat de school uniek maakt. We krijgen de indruk dat de vraag niet goed begrepen wordt, wij hebben veel internationale leerlingen is het antwoord dat we krijgen. Dat is natuurlijk zo, maar we doelen eigenlijk op een onderwijsvisie. Na doorgevraagd te hebben blijft ons beeld ongewijzigd. Daar waar we in Nederland veel waarde hechten aan een visie waarmee we ons onderscheiden lijkt in Japan standaardisering juist het ideaal. Wat levert het beste onderwijs op? Of ligt de waarheid ergens in het midden?

Hyogo superglobal prefectural high school
Vandaag zijn we los! Onze supergids Jules heeft ons goed opgevoed en laat ons los: we mogen zelf onze weg vinden in het Japanse land. Zonder al te veel moeite vinden we onze bestemming, dankzij de goede aanwijzingen van Yoshimi, een contact van de Universiteit van Hyogo. Eenmaal op het terrein aarzelen we waar we naartoe moeten en meteen worden we aangesproken door een meisje. “Can I help you?” Ze brengt ons na een paar vragen precies waar we zijn moeten. We zijn onder de indruk van de pro-actieve houding van deze leerlingen; een mooie start.

De introductie wordt verzorgd door conrector Mr. Satoe. Rector Matsumoto is ook zeer vriendelijk en spreekt – dat kan gewoon op een internationale school in Japan – bijna geen woord Engels. Marc buigt keurig bij het aanbieden van het visitekaartje.Er staat een krachtige heldere visie op papier: ze stimuleren leerlingen om global citizen te worden, door ze in aanraking te brengen met verschillende culturen en talen. Dat doen ze o.a. door het aanbieden van buitenlandse reizen naar de VS, Canada en Groot Brittannië.De grote uitdaging is leerlingen helpen een eigen mening te vormen en zich daarbij ook te kunnen uitdrukken. Bescheidenheid kan wereldwijd gezien een handicap zijn.Het programma is tot onze tevredenheid zeer goed voorbereid. We bezoeken verschillende lessen: er gebeurt veel docentgestuurd, maar bij bijvoorbeeld sport is er meer interactie.Ook hier zie je een worsteling om de visie te realiseren, maar we zien juist ook dat ze kansen pakken. Mr. Satoe toont ons posterpresentaties van onderzoeken die gaan over migratie in Azië. Daarnaast grijpen ze onze komst mooi aan om leerlingen uit te dagen in gesprek te gaan over immigratie. Dat doen ze heel goed: leerlingen hebben stellingen en meningen voorbereid en zijn echt gepassioneerd over hun mening; Ryo Takahashi geeft aan dat hij echt graag meer mogelijkheden voor migratie zou zien, omdat hij graag een opener, meer divers en geglobaliseerd land wil. Bovendien heeft hij uit bronnen opgediept dat er in 2060 1/3 minder inwoners in Japan zullen zijn en dat dat een groot probleem zal opleveren op de arbeidsmarkt. Meer immigratie, maar dan wel op de goede manier. Danny geeft aan dat in zijn ervaring (met zijn Syrische kapper) persoonlijk contact heel erg helpt en daar zijn de Japanse leerlingen het roerend mee eens. Ze willen graag van ons leren. De leraar roept: “Our situation is very similar!”Sommigen komen helaas niet aan het woord, zodat we moeten raden wat zij denken. Zij lijken gefrustreerd over hun deelname. Juist degenen die door de docenten naar voren zijn geschoven, of vragen kregen van ons, nemen het initiatief nog even verder te praten. Dit lijkt weer zo mooi op Nederland en helpt ons te reflecteren: hoewel het heerlijk is dat een haantje de voorste initiatief neemt, moet er extra aandacht zijn voor de stillere leerling.Leuk en waardevol om zo in gesprek te gaan met leerlingen en bemoedigend dat ze zo bevlogen zijn. Zij een beetje bijdehanter, wij een beetje bescheidener – we vinden wel een manier!