Vandaag zijn we te gast op de Universiteit van Stellenbosch, waar dr. Willem Botha ons een gastcollege geeft over de talen die in Zuid-Afrika worden gesproken. Zuid-Afrika kent elf talen sinds het afschaffen van de apartheid. Om de status van het Afrikaans te bewaken, worden er diverse initiatieven ontplooid om het Woordenboek van de Afrikaanse Taal (WAT) te ontwikkelen. Voor 100 Rand kun je een (gunstelings) woord adopteren. Daarmee draag je bij aan het behoud van de Afrikaanse taal. Willem neemt ons mee in de etymologie, de syntaxis, de morfologie en de ontwikkelingsgeschiedenis van de Zuidafrikaanse taal. Die taal vindt zijn oorsprong in het Nederlands, maar werd al snel vermengd met onder meer Portugees, Khoi en Engels.

Ek loop, jy loop, hy/sy loop, ons loop, julle loop, hulle loop.
Ek het geloop, jy het geloop. Hy/sy het geloop.
Ek sal loop.

TAAL IS ONSCHULDIG…

Voor ons Hollanders het altijd erg grappig, om bepaalde Nederlandse woorden in het Afrikaans te horen. En Botha brengt zijn analyses gelukkig vol humor. Maar met een niet te missen ondertoon. Een taal heeft immers ook een politieke lading. Zo wordt het Afrikaans geassocieerd met de oude machthebbers en dus met apartheid.

Taal is onschuldig, stelt Willem Botha. We zetten vraagtekens bij zijn redenering. Kinderen die nog zo moeten overleven, moet je geen taal opdringen. We begrijpen de angst dat het Afrikaans gaat uitsterven. Maar er blijft een dubbel gevoel hangen, het blijft immers de taal van de (toenmalige) overheerser.

Toch blijkt juist de rijkheid aan talen een oplossingsrichting aan te wijzen. We concludeerden het al eerder deze week: het startpunt is dat elk kind de eigen taal beter beheerst. Pas dan kun je gaan bouwen. Je zou verwachten dat zoveel talen het land eerder verdelen dan samen brengen. Maar elke taal heeft een directe verbintenis met iemands identiteit.

Wij hebben een bijdrage geleverd aan één van de projecten, die direct gerelateerd zijn aan de taalontwikkeling van 0- tot 5-jarigen: het Boektrommelproject. Onze donatie bestond uit twee kisten met boeken in de taal naar keuze. Met het lezen van deze boeken wordt de taalontwikkeling gestimuleerd maar wordt ook het morele bewustzijn aangewakkerd. Leerlingen leren over goed en kwaad en in de verhalen wordt aandacht besteed aan morele vorming. In de praktijk van de ontwikkeling van het vroege kind, mochten we getuige zijn van een voorleesles, waarin “Ek Nie Jok Nie” (Ik jok niet) door verhalen, liedjes en gesprekken behandeld werd en de kinderen met eigen voorbeelden op de proppen kwamen. Bij de leerlingen, met Afrikaans als moedertaal, was het enthousiasme zichtbaar aanwezig.

Vandaag deed ons beseffen dat we ook in het management team van NUOVO te maken hebben met twaalf identiteiten en dus verschillende belangen. Twaalf talen? De manier waarop wij ons uitdrukken als we samen zaken te regelen hebben, we hebben ernaar gekeken als een taalkwestie. In de sessie over democratische besluitvorming hebben we dat aspect verder uitgediept en benoemd hoe we hierin met elkaar verder willen komen.

Een week als deze draagt veel bij aan het elkaar leren kennen en elkaar beter te begrijpen. Dezelfde taal spreken. Het voelt goed.